FBA: Full Bust Adjustment

Linda van @Relaxmmode schreef voor jullie de volledige FBA in het Nederlands helemaal uit. Succes!

Blog, illustraties en foto’s door Linda @relaxmmode

Introductie voor de FBA

Leuk dat je dit blog leest! Mijn naam is Linda en ik wil je wat meer wegwijs maken in de wondere wereld van de FBA, oftewel Full Bust Adjustment. Voor de een zal dit gesneden koek zijn, voor de ander nog een goochelshow, en voor sommigen kan het zijn dat je er nog nooit van hebt gehoord. Ik probeer je stap voor stap uit te legen wat deze patroonaanpassing inhoud en wanneer je hem toepast. Maar eerst beginnen we bij het begin;

1. Wat is een FBA nu eigenlijk?

Een Full Bust Adjustment pas je toe (zoals het woord al doet vermoeden) wanneer je een vollere boezem hebt, dan waar standaard patronen voor getekend zijn. Over het algemeen zijn patronen getekend voor een standaard cup maat (in dit geval noemen ze dat cupmaat B, wat overigens niet overeenkomt met BH maten). Heb je een grotere boezem en zou je geen FBA toepassen, dan heb je oftewel te weinig ruimte rond je borsten en gaat een patroon daar trekken, vaak naar je oksels. Of het patroon zit juist goed op de borsten, maar is te ruim rond de oksel en/of schouders.

2. Wanneer pas je een FBA toe?

Om dit te bepalen zal je jezelf moeten opmeten. Hiervoor zijn de volgende 2 maten van belang:

– De Bovenbuste (BB), deze maat neem je op meteen onder je oksels, boven je borsten langs.

– De Borstomvang (BO), deze maat neem je op over het hoogste punt van de borsten (meestal de tepels).

Indien het verschil tussen deze 2 maten groter of gelijk is aan 6 cm, dan kan je een FBA toepassen. Vanaf 7 cm zou ik hem ook echt aanraden!

Bovenbuste en Borstomtrek

3. Basismaat patroon bepalen voor toepassing FBA

Je Bovenbuste (BB) bepaald de maat van het patroondeel waarmee je begint.
Staat deze maat niet weergegeven in de maattabel van het patroon, dan kan je deze eenvoudig zelf bepalen uitgaande van de Borstomtrek (BO). Standaard gaan patronen uit van een verschil tussen je BB en je BO van 5 cm.

Als de BB dus niet weergegeven is kan je die eenvoudig bepalen door de BO te nemen, en hier 5 cm vanaf te trekken. Dan krijg je de volgende maattabel:

Voorbeeld:

In dit geval heeft het model de volgende maten:

BB: 91 cm

BO: 100 cm

Hier zit een verschil van 9 cm tussen, dus groter van 5 cm. Een FBA is noodzakelijk. In de maattabel is te zien dat maat C een BB heeft van 90 cm, deze komt het meest overeen met de maat van het model, dus deze maat is de basismaat voor de FBA.

LET OP: Een FBA pas je altijd als eerst patroonaanpassing toe, dus voor het eventueel verlengen of verkorten van je patroon of voor het blenden van de diverse maten, omdat je taille of heupen wijder/smaller zijn dat het basispatroon. Dit volgt allemaal na de FBA.

4. Overnemen van voorpand basismaat en bepalen bustepunt (B)

Nu je de basismaat van het patroon hebt bepaald, neem je hiervan het voorpand over. Meestal is dit een half voorpand, dat je tegen de stofvouw aanlegt, dat is dan ook uitgangspunt voor deze FBA. Pak het patroondeel van het voorpand en houdt deze voor je om het bustepunt te bepalen. Het bustepunt is het hoogste punt van de borst, meestal in de buurt van de tepel. Doe dit met de BH aan die je onder je shirt of jurk gaat dragen. Het bustepunt gaat het vertrekpunt zijn voor de Full Bust Adjustment.

5. Bereken de grootte van de FBA

Kijk in de maattabel van het patroon en zoek hier de BO (Borstomtrek) op van de maat die je hebt overgenomen. In dit geval heb je patroonmaat C overgenomen, deze heeft een BO van 95 cm.
De BO van het model is 100 cm, dit is 5 cm groter.

BOmodel – BOpatroon = FBA

Omdat je een half patroondeel aanpast, moet je een halve FBA in je patroondeel verwerken, in dit geval dus 5/2 = 2,5 cm. Je FBA afstand in je patroondeel wordt dus 2,5 cm

Nu gaan we aan de slag met het uittekenen van de FBA, heb je een patroondeel met een figuurnaad/neep/coupenaad rond de borst, lees dan verder vanaf stap 15.

6. Teken de lijnen op het patroondeel

  1. Bepaal punt A.

Punt A zit op 1/3 vanaf de oksel op de lijn van het armsgat. Meet het armsgat van het patroon op, en deel dit getal door 3. Bijvoorbeeld: 27 cm/3 = 9 cm. Meet nu vanuit de oksel 9 cm, hier zit punt A.

  • Teken een lijn van punt B naar punt A
  • Teken een lijn van punt B loodrecht naar beneden, evenwijdig aan de middenvoor.
  • Teken een lijn van punt B haaks op de lijn die je net hebt getekend naar de zijnaad.

7. Knip de lijnen

Nu worden de lijnen die bij stap 6 getekend zijn geknipt. Let echter op 2 van de 3 lijnen worden niet volledig doorgeknipt.

  1. Knip eerst de verticale lijn vanaf de onderzijde tot punt B
  2. Knip daarna van punt B naar punt A, maar stop net voor punt A, zodat de mouwnaad aan elkaar blijft.
  3. Knip de horizontale lijn vanaf de zijnaad naar punt B, ook hier weer inknippen tot net voor punt B, zodat deze aan elkaar blijven zitten.

8. Verschuif het patroon met de FBA afstand

Het patroondeel rechtsonder (gemarkeerd met een X) verschuif je nu naar rechtsonder, zodanig dat er 2,5 cm tussen komt te zitten. Zie in de afbeelding waar die 2,5 cm dan tussen moet zitten.

Zorg dat tijdens het verschuiven de patroondelen plat op de tafel/ondergrond blijven liggen. Je zal zien dat het punt bij de oksel iets omhoog komt, en dat je zijnaad iets naar buiten wordt gekanteld, dit hoort :).

9. Plak een deel van het patroon vast

Doordat het patroondeel is verschoven, zijn er allemaal gaten in je patroon ontstaan, deze ga je nu weer opvullen. Leg (patroonteken)papier onder je patroondeel dat de gaten afdekt. Je gaat nu het geknipte patroondeel op het papier hieronder vastplakken.

Begin hierbij met de linkerzijde, van de onderzijde naar punt B en van punt B naar punt A. Plak hierna ook de andere helft van de driehoek tussen punt B en A vast, zoals in onderstaande afbeelding:

10. Losknippen rechterdeel

Knip nu het patroondeel rechtsonder (gemarkeerd met een X) los van het patroon. Dit doe je door hem los te knippen bij punt B, waar je hem een klein stukje hebt vast laten zitten.

Daarnaast kan je nu ook de onderzijde van het rechter bovendeel vastplakken, van het punt B naar de zijnaad.

11. Schuif het rechterdeel omhoog en plak vast

Schuif nu patroondeel X omhoog, zodanig dat de linkerrand evenwijdig blijft aan de midden voor. Je schuift het patroondeel zover als nodig naar boven, totdat de zijnaad weer aansluit. Het kan zijn dat je hiervoor het patroondeel ook iets naar links moet schuiven, dat is geen probleem.

Op deze manier zorg je ervoor dat de lengte van de zijnaad weer gelijk is aan de oorspronkelijke lengte van de zijnaad.

Plak nu ook dit deel vast op het onderliggende papier.

12. Onderzijde (Zoom) weer heel maken

Het rechter patroondeel (X) is nu korter dan de het linker patroondeel.
De zijnaad wil je niet verlengen, want dan sluit deze niet meer aan op de zijnaad van het achterpand. Je hoeft alleen een verbindingslijn te tekenen vanaf de onderzijde van de zijnaad naar de middenvoor, waar het patroon tegen de stofvouw aan ligt.

13. Terugblenden van de Taille en Heup

We zijn er bijna! Nu je de FBA hebt toegepast, is je gehele voorpand breder geworden. Ter hoogte van de borst heb je dit nodig, maar mogelijk niet bij je taille en/of je heupen.

Leg je nieuwe patroondeel op het patroondeel met de juiste taille en heupwijdte. Neem deze punten over en teken een nieuwe zijnaad vanaf je bustelijn. Dit is het punt waar je patroondeel X (rechtsonder) weer heb laten aansluiten op het patroondeel daarboven.

14. Je FBA is klaar!

Je achterpand hoef je niet aan te passen aan je FBA, deze hoef je alleen te blenden naar de juiste taille en heupwijdte (indien nodig).

LET OP: Neem voor de hals en de mouw dezelfde maat over van het patroon als de basismaat (in dit geval maat C) die je hebt gebruikt voor je voorpand. Dat geldt overigens ook voor het achterpand. Je basismaat is uitgangspunt voor alle patroondelen, tenzij je patroondelen hebt voor de heup/onderkant (zoals een boord of beleg) en je ter hoogte van de heup naar een andere maat hebt geblend.

FBA toepassen bij voorpand met figuurnaad rond de borst

15. Bepalen hoogte figuurnaad

Als je je bustepunt hebt bepaald kan je zien of het einde van je figuurnaad (het puntje van de driehoek) op de goede hoogte zit. Als deze te laag of te hoog zit, dan zal je de figuurnaad even opnieuw moeten tekenen. Dan valt de ronding straks beter op zijn plaats. Dit bepaald je door haaks op je middenvoor een lijn door het bustepunt naar de zijnaad te trekken. Het eindpunt van de figuurnaad dient hier dan ook op te zitten. Is dit niet het geval, dan moet je deze aanpassen, zoals onderstaand staat beschreven.

Het uiteinde van je figuurnaad zit ongeveer 3 a 4 centimeter naar het bustepunt wat je hebt bepaald. Als je de dit einde te dicht of op je bustepunt laat eindigen, krijg je een soort puntje op je borst, en dat is meer Madonna stijl jaren 80 ;). Dus dat doen we nu maar even niet.

Hoe groter de FBA is (die heb je berekent bij stap 5), hoe groter de afstand tussen het bustepunt en het uiteinde van je figuurnaad. Als je het nieuwe eindpunt van je figuurnaad hebt bepaald trek je weer lijnen vanaf dit eindpunt naar de beginpunten in de zijnaad. Deze beginpunten blijven gelijk.

16. Teken de lijnen op het patroondeel met figuurnaad

  1. Bepaal punt A.

Punt A zit op 1/3 vanaf de oksel op de lijn van het armsgat.

Meet het armsgat van het patroon op, en deel dit getal door 3. Bijvoorbeeld: 27 cm/3 = 9 cm. Meet nu vanuit de oksel 9 cm, hier zit punt A.

  • Teken een lijn van punt B naar punt A
  • Teken een lijn van punt B loodrecht naar beneden, evenwijdig aan de middenvoor.
  • Teken een lijn van punt B haaks op de lijn die je net hebt getekend naar het beginpunt van je figuurnaad. Teken deze lijn daarna naar de zijnaad, precies in het midden van de 2 lijnen van de figuurnaad.
  • Teken een lijn ongeveer 3 cm boven de onderzijde van het patroondeel.

17. Knip de lijnen van het patroondeel met figuurnaad

Nu worden de lijnen die bij stap 16 getekend zijn geknipt. Let echter op 2 van de 3 lijnen worden niet volledig doorgeknipt.

  1. Knip eerst de verticale lijn vanaf de onderzijde tot punt B
  2. Knip daarna van punt B naar punt A, maar stop net voor punt A, zodat de mouwnaad aan elkaar blijft.
  3. Knip de horizontale lijn vanaf de zijnaad naar punt B, via het eindpunt van de figuurnaad. Ook hier weer inknippen tot net voor punt B, zodat deze aan elkaar blijven zitten.

18. Verschuif het patroon met de FBA afstand

Het patroondeel rechtsonder (gemarkeerd met een X) verschuif je nu naar rechtsonder, zodanig dat er 2,5 cm tussen komt te zitten. Zie in de afbeelding waar die 2,5 cm dan tussen moet zitten.

Zorg dat tijdens het verschuiven de patroondelen plat op de tafel/ondergrond blijven liggen. Je zal zien dat het punt bij de oksel iets omhoog komt, en dat je zijnaad iets naar buiten wordt gekanteld, dit hoort :).

Knip van de horizontale lijn boven de onderzijde van het linker patroondeel door.

19. Verschuif de onderkant van het linker patroondeel naar beneden

Het patroondeel linksonder (Y) dat je in de vorige stap hebt losgeknipt wordt naar beneden geschoven. Je schuift het zover naar benende dat het aan de onderkant weer gelijk ligt met het patroondeel rechtonder (X).

20. Patroon vastplakken en bepalen nieuw eindpunt figuurnaad

Schuif papier onder de ontstane gaten en plak hier het patroon vast, zodat het niet meer kan verschuiven. Plak alle randen vast die je hebt geknipt.

Bepaal daarna het nieuwe eindpunt van je nieuwe figuurnaad.

Voor dit eindpunt geldt weer dat deze 3 à 4 cm naast je bustepunt kom, in de tekening weergegeven als B’.

21. Teken de nieuwe figuurnaad

Vanuit het nieuwe eindpunt B’ van je figuurnaad trek je lijnen naar de zijnaad. Ook hier geldt weer dat je de de lijnen naar de oorspronkelijke beginpunten van de figuurnaad trekt. Je nieuwe figuurnaad zal groter zijn als de figuurnaad waar je mee begon. Door deze straks dicht te stikken, zal je zijnaad weer even lang worden als waar je mee begonnen was.

Omdat je de figuurnaad door het midden vouwt en daarna over de lijnen dichtstikt, dien je er rekening mee te houden dat je voldoende stof hebt buiten de zijnaad. Dit bepaald je door de figuurnaad over de stippellijn te vouwen (zie afbeelding) en het papier dan naar beneden te vouwen. Knip langs de zijnaad het overtollige papier weg. Als je hem dan weer uitvouwt, blijft onderstaande patroondeel over.

Je middenvoor naad is echter wel iets langer geworden, doordat je patroondeel Y iets naar beneden hebt geschoven. Ga na door het patroondeel voor je te houden of je patroondeel nu te lang is of niet. Mocht deze nu te lang zijn, dan kan je het patroondeel nog inkorten.

Ga nu verder met stap 13 en 14, dan is je voorpand volledig aangepast met de FBA!!

Bedankt voor jullie aandacht. Mocht je nu gebruik maken van deze FBA dan vind ik dat superleuk om terug te horen en te lezen. Tag mij en Ansje gerust 🙂 Super bedankt.

groetjes Linda